Sociaal gedrag

Zebravissen zijn sociaal levende, scholende, vissen. Agressie tussen vissen uit zich in de vorm van achter elkaar aan jagen en soms ‘bijten’. Agressie vindt plaats tussen vrouwtjes onderling, mannetjes onderling en tussen mannetjes en vrouwtjes. Agressie is gekoppeld aan zowel dominantie als reproductie.

Isolatie

Langdurende sociale isolatie heeft negatieve effecten op welzijn en gezondheid. Wanneer vissen toch langdurend individueel gehouden moeten worden vanwege experimentele of ander redenen, moet overwogen worden sociale stimulatie te geven door het mogelijk maken van visueel contact met soortgenoten of plaatjes/filmpjes van soortgenoten, of door de vis te huisvesten met een vis van een overduidelijk andere lijn (‘gezelschapsvis’), waardoor herkenning mogelijk blijft.

Dominantie

Doordat zebravissen territoriale en dominantie-gerelateerde agressie vertonen, is het belangrijk de samenstelling en dichtheden binnen de groep in de gaten te houden. Dominante vissen kunnen verrijkingen of plekken monopoliseren, bijvoorbeeld door meer boven in de waterkolom te gaan zwemmen of de tank als geheel gebruiken. Onderdanige dieren kunnen juist tekenen van chronische stress ontwikkelen.

Reproductie

Het reproductieve succes van paringen wordt beïnvloed door verschillende factoren:

- Agressie tussen mannetjes en vrouwtjes;
- Verhouding van het aantal mannetjes en vrouwtjes in de voorraadtank;
- feromonen die worden afgegeven door vrouwtjes;
- Partnervoorkeuren.

Het reproductieve succes kan verder per zebravislijn verschillen. Mannetjes en vrouwtjes worden overnacht gescheiden om daarna ’s ochtends te paren. Dit gebeurt met speciale bakjes (zie afbeelding 1). De mannetjes bevruchten de eitjes die door het vrouwtje extern worden gelegd. Eitjes zakken naar de bodem en kunnen daar worden verzameld. Er is geen broedzorg.

In afbeelding 1 zijn paringsbakjes te zien waarin mannetjes en vrouwtjes (hier aan de voorkant te zien) overnacht kunnen worden gescheiden. Verschillende samenstellingen worden gebruikt, bijvoorbeeld 1 mannetje en 1 vrouwtje, of 2 mannetjes en 1 vrouwtje. Aan de kant van het vrouwtje wordt een takje gegeven ter verrijking. ’s Ochtends wordt de scheidingswand weggehaald, het water ververst en het bakje schuin gezet, waardoor er een ondiep deel ontstaat, waar vrouwtjes hun eitjes bij voorkeur afzetten. Verder bevat de bodem ribbels waar de eitjes inzakken, zodat ze niet kunnen worden opgegeten. Factoren die ei-leggen stimuleren zijn de wisseling van de temperatuur, de wisseling van de geleidbaarheid van het water en het opkomend licht. Afbeelding 2 laat een bovenaanzicht van de paringsbak zien, afbeelding 3 een zijaanzicht.

Huisvesting eitjes

Eitjes worden ‘gehuisvest’ in Petrischaaltjes gevuld met E3 kweekmedium. Bij een temperatuur van 28-28.5 graden Celsius en een dag-en-nachtritme van 14 uur licht en 10 uur donker (14L:10D), komen eitjes tussen 48 uur en 72 uur uit. De richtlijn bij deze temperatuur is 50 eitjes per Petrischaaltje. Een 14L:10D dag-en-nachtritme geniet de voorkeur boven een continue licht of donker conditie vanwege een grotere kans op afwijkingen in de ontwikkeling onder de laatstgenoemde afwijkende lichtcondities. 

paringsbakken

Afbeelding 1. Paringsbakken met vissen

paringsbak boven

Afbeelding 2. Bovenaanzicht paringsbak

paringsbak zij

Afbeelding 3. Zijaanzicht paringsbak