Pijngedrag

De vraag of vissen pijn kunnen hebben of lijden is nog steeds een punt van discussie. In vissen is een nociceptief systeem aanwezig, dat wil zeggen, een systeem dat schade aan het organisme (weefsels) detecteert en adequate gedrags- en fysiologische reacties daarop organiseert. Verschillende studies hebben de neuronale en fysiologische bouwstenen van dit systeem laten zien, zoals de nociceptoren, de afferente zenuwbanen (A-delta fibers en C fibers) en opiaatreceptoren. Studies naar de motivationeel-affectieve kant van dit systeem (de ‘psychologische ervaring’ van pijn als iets vervelends) suggereren dat deze laag van het systeem ook bij vissen aanwezig is. 

Hoewel vissen schade kunnen detecteren en zeer waarschijnlijk ook pijn kunnen ervaren, zijn er wel verschillen met andere vertebraten, zoals ratten, muizen en mensen. Vissen hebben bijvoorbeeld relatief meer A-delta fibers dan C fibers, terwijl dat bij deze andere diersoorten andersom is. Dit suggereert dat de pijnbeleving mogelijk kortdurend is, omdat A-delta fibers meer de kortdurende, ‘prikkende’, en C fibers meer de langdurende, ‘doffe’, pijn lijken te mediëren. Verder lijkt het systeem in vissen neuro-anatomisch anders georganiseerd dan bij zoogdieren.